Horeca Federatie Brussel Besluit betreffende de classificatie van logiesverstrekkende bedrijven naar comfortniveau

Besluit betreffende de classificatie van logiesverstrekkende bedrijven naar comfortniveau

REGIO BRUSSEL-HOOFDSTAD

6 MAART 2019 - Besluit betreffende de indeling van logiesverstrekkende bedrijven naar comfortniveau

Het Parlement van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft het volgende aangenomen en Wij, de Regering, bekrachtigen het volgende:

HOOFDSTUK 1.. - Algemene bepalingen

Artikel 1.. Dit besluit regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 39 van de Grondwet.

Art. 2 Voor de toepassing van deze verordening en de uitvoeringsbesluiten wordt verstaan onder: :

1° het besluit van 8 mei 2014: het besluit van 8 mei 2014 betreffende toeristische accommodatie;

2° toeristisch logiesverstrekkend bedrijf: het bedrijf dat toeristische logies aanbiedt zoals gedefinieerd in artikel 3, 2°, van de ordonnantie van 8 mei 2014;

3° de exploitant: de persoon bedoeld in artikel 3, 10°, van het besluit van 8 mei 2014;

4° de categorieën van toeristische accommodatie: de categorieën bepaald in artikel 3, 4° tot 9°, van het besluit van 8 mei 2014, de bijkomende categorieën en subcategorieën bepaald door de Regering krachtens artikel 4 van het besluit van 8 mei 2014 ;

5° de Regering: de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ;

6° Bestuur: de Brusselse Directie Economie en Werkgelegenheid van de Brusselse Gewestelijke Overheidsdienst.

HOOFDSTUK 2. Classificatie van het logiesverstrekkend bedrijf

Sectie 1re. - Classificatiecriteria

Art. 3, § 1.. De classificatie van een toeristisch logiesverstrekkend bedrijf is afhankelijk van de naleving van de criteria met betrekking tot de faciliteiten en de kwaliteit van de diensten die de regering heeft vastgesteld voor de categorie van toeristische accommodatie waaronder het bedrijf is geregistreerd. Deze classificatiecriteria definiëren de verschillende comfortniveaus binnen de categorie van toeristische accommodatie.

  • 2. De indelingscriteria bedoeld in lid 1. kunnen in het bijzonder betrekking hebben op de indeling, de uitrusting en het ontwerp van de inrichting, de omgeving en de toegangen, evenals op het onderhoud van de inrichting en de aangeboden diensten, receptie, activiteiten en vrijetijdsvoorzieningen.
  • 3. De Regering kan voor elk van de categorieën van toeristische accommodatie bedoeld in artikel 3, 4° tot 9°, van de ordonnantie van 8 mei 2014 of de bijkomende categorieën of subcategorieën vastgesteld krachtens de ordonnantie van 8 mei 2014, de criteria voor de indeling naar comfortniveau en de aanduiding van deze niveaus bepalen, alsook de regels en de berekeningswijze voor het verlenen van vrijstellingen van deze criteria.

Voor elke categorie toeristische accommodatie en elk comfortniveau maken de vrijstellingsregels onderscheid tussen verplichte en optionele criteria om een bepaald comfortniveau te bereiken. Ze bepalen een aantal punten voor elk classificatiecriterium en het minimumaantal te behalen punten per comfortniveau. Voor elke categorie toeristische accommodatie en voor elk comfortniveau stellen deze regels het maximumaantal criteria vast waarvoor vrijstelling kan worden verleend en het aantal punten dat moet worden behaald ter compensatie van de criteria waarvoor vrijstelling wordt verleend.

Sectie 2. - Begunstigden

Art. 4, § 1.. Toeristische logiesverstrekkende bedrijven komen in aanmerking voor classificatie:

1° geregistreerd overeenkomstig artikel 4 van het besluit van 8 mei 2014;

2° die zich niet in een van de omstandigheden bevinden bedoeld in artikel 20 van het besluit van 8 mei 2014;

3° geregistreerd onder één of meer categorieën waarvoor de Regering classificatiecriteria heeft bepaald.

  • 2. De exploitant van een onder meerdere categorieën toeristische accommodatie geregistreerd bedrijf kan voor dat bedrijf profiteren van een classificatie voor elk registratienummer dat is verkregen onder een categorie waarvoor de regering classificatiecriteria heeft vastgesteld.

Sectie 3. - Classificatieprocedure

Art. 5, § 1.. De exploitant vraagt de classificatie van zijn bedrijf voor toeristische accommodatie aan bij de autoriteiten.

Bij de aanvraag voor classificatie moet de exploitant aangeven welk comfortniveau hij wil bereiken voor zijn inrichting.

  • 2. De regering bepaalt welke documenten de exploitant bij de classificatieaanvraag moet voegen.

Art. 6 Een aanvraag tot classificatie wordt gevolgd door een beoordeling door de Administratie van het comfortniveau van het toeristische logiesverstrekkend bedrijf op basis van de classificatiecriteria bepaald door de Regering. Deze beoordeling wordt een audit genoemd. De audit wordt uitgevoerd in de lokalen van het betrokken etablissement.

Over de audit wordt een auditrapport opgesteld door de Administratie, waarvan de vorm en de minimuminhoud worden bepaald door de Regering.

Het comfortniveau wordt voor onbepaalde tijd toegekend op basis van de conclusies van het in lid 2 bedoelde auditverslag en in overeenstemming met de in dit hoofdstuk omschreven voorwaarden.

Art. 7, lid 1.. Bij de kennisgeving van de classificatiebeslissing wordt een classificatiecertificaat gevoegd en een bordje met het logo dat het toegekende comfortniveau aangeeft.

Het classificatiecertificaat geeft de exploitant het recht om de naam en de grafische voorstelling van het comfortniveau dat aan hem is toegekend voor zijn etablissement te gebruiken in alle communicatie of reclame gericht op toeristen en derden met betrekking tot de exploitatie van zijn etablissement.

Het in lid 1 bedoelde teken. blijft eigendom van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

  • 2. De regering bepaalt de vorm en de minimuminhoud van het in lid 1 bedoelde indelingscertificaat.
  • 3. De regering bepaalt het model van het in lid 1 bedoelde logo.. en bepaalt de regels voor het aanbrengen en gebruik ervan.
  • 4. De overheid stelt een register van ingedeelde logiesverstrekkende bedrijven ter beschikking van het publiek. Voor elk ingedeelde logiesverstrekkend bedrijf bevat het register ten minste de volgende informatie:

1° het registratienummer ;

2° de handelsnaam ;

3° capaciteit ;

4° het geboden comfort.

De regering bepaalt hoe het in lid 1 bedoelde register wordt gepubliceerd...

Art. 8 Niemand mag het in artikel 7, § 1, bedoelde logo gebruiken..of een grafische voorstelling die verwarring kan doen ontstaan met dit logo, indien deze niet beschikt over een geldig classificatiecertificaat als bedoeld in artikel 7, § 1..

Art. 9 Niemand mag zijn logiesverstrekkend etablissement aanbieden en er reclame voor maken door te laten weten dat zijn etablissement krachtens deze ordonnantie is ingedeeld, tenzij hij houder is van een geldig indelingscertificaat zoals bedoeld in artikel 7, § 1...

Art. 10 De Regering bepaalt de classificatieprocedure voor logiesverstrekkende bedrijven.

Afdeling 4. - Afwijkingen van indelingscriteria

Art. 11. Op verzoek van de exploitant kan de Regering een afwijking toestaan van één of meer indelingscriteria, in voorkomend geval gepaard gaande met compenserende maatregelen, op voorwaarde dat de exploitant aantoont dat het voor zijn logiesverstrekkend bedrijf technisch of financieel onmogelijk is om aan deze criteria te voldoen, gelet op de bijzondere kenmerken ervan.

De in het eerste lid bedoelde afwijkingen en compenserende maatregelen worden toegekend op basis van de in artikel 3, § 3, bedoelde regels.

De overheid bepaalt de vrijstellingsprocedure.

Sectie 5 - Weigering om te classificeren

Art. 12, § 1.. De classificatie van een logiesverstrekkend bedrijf kan worden geweigerd wanneer :

1° het logiesverstrekkend bedrijf niet voldoet aan de bepalingen van deze ordonnantie of haar uitvoeringsbesluiten ;

2° de exploitant de bepalingen van deze ordonnantie of haar uitvoeringsbesluiten niet naleeft ;

3° de aanvraag tot indeling niet in overeenstemming is;

4° de indelingsaanvraag niet volledig is bij het verstrijken van de termijn die aan de exploitant is toegekend om de aanvraag te vervolledigen; deze termijn wordt bepaald door de Regering;

5° het auditverslag bedoeld in artikel 6, tweede lid, vaststelt dat niet voldaan is aan de indelingscriteria;

6° de door de Regering aangewezen ambtenaar verleent geen vrijstelling als bedoeld in artikel 11 ;

7° de marktdeelnemer zich verzet tegen de audit bedoeld in artikel 6, eerste lid.

  • 2. De Regering bepaalt de procedure voor het weigeren van classificatie.

Sectie 6 - Herziening van het toegekende comfortniveau

Art. 13 § 1.. Het comfortniveau van een geclassificeerd toeristisch logiesverstrekkend bedrijf kan worden herzien als het voldoet aan de voorwaarden die overeenkomen met een hoger of lager comfortniveau.

Het comfortniveau kan worden aangepast:

1° na een inspectie als bedoeld in artikel 18, § 2 ;

2° op verzoek van de operator.

  • 2. De regering stelt de procedures vast voor de herziening van de mate van comfort die wordt verleend.

HOOFDSTUK 3. - Verplichtingen van de exploitant van een geclassificeerd logiesverstrekkend bedrijf

Art. 14, § 1. De exploitant van een geclassificeerd logiesverstrekkend bedrijf moet :

1° te voldoen aan de indelingscriteria voor het comfortniveau dat krachtens de ordonnantie voor zijn inrichting is toegekend, zolang zijn inrichting onder dat comfortniveau is ingedeeld;

2° de Administratie, binnen zestig dagen na de wijziging, in kennis te stellen van elke wijziging die wordt aangebracht aan een element van het toeristische logiesverstrekkend bedrijf dat het voorwerp uitmaakt van een classificatiecriterium voor het toegekende comfortniveau;

3° het in artikel 7, § 1, bedoelde teken aanbrengen.overeenkomstig de door de regering vastgestelde procedures;

4° zijn toeristische accommodatie niet aanbieden of er reclame voor maken door te beweren dat hij over een ander comfortniveau beschikt dan hem werd toegekend;

5° de toeristen op de hoogte brengen van alle wijzigingen die tijdelijk een invloed kunnen hebben op de classificatie van zijn logiesverstrekkend bedrijf.

  • 2. De regering stelt de wijze van toezending van de in lid 1 bedoelde gegevens vast.., 2°.
  • 3. De Regering bepaalt de in lid 1 bedoelde gegevens.5°, die de exploitant ter beschikking van de toeristen moet stellen en de wijze waarop deze informatie ter beschikking wordt gesteld.

HOOFDSTUK 4 - Terugtrekken van comfortniveau

Art. 15, § 1.. De regering mag het comfortniveau van een toeristisch logiesverstrekkend bedrijf intrekken indien :

1° de exploitant de bepalingen van deze ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen niet naleeft ;

2° de marktdeelnemer in toepassing van de artikelen 14, 2° en 5° valse, onvolledige of onjuiste informatie doorgeeft met bedrieglijk oogmerk ;

3° de exploitant de Administratie niet in kennis stelt van een wijziging aan een element van het logiesverstrekkend etablissement waarvoor een criterium voor de indeling in comfortniveau geldt overeenkomstig artikel 14, 2° ;

4° de exploitant de controles en het toezicht, georganiseerd krachtens deze ordonnantie en haar uitvoeringsbesluiten, belemmert;

5° het logiesverstrekkend bedrijf niet voldoet aan de bepalingen van deze ordonnantie en haar uitvoeringsmaatregelen ;

6° uit de keuring, vermeld in artikel 18, blijkt dat niet voldaan is aan de indelingscriteria;

7° de operator hierom verzoekt;

8° de uitbating van de toeristische accommodatie stopzet.

  • 2. Intrekking van het comfortniveau leidt automatisch tot verlies van het recht om de naam en grafische weergave van het ingetrokken comfortniveau voor het etablissement te gebruiken in alle communicatie of reclame gericht op toeristen en derden met betrekking tot de exploitatie van zijn accommodatie.
  • 3. De regering bepaalt de procedure voor het intrekken van het comfortniveau.

HOOFDSTUK 5. - Beroep

Sectie 1re. - Beroepsprocedure

Art. 16, lid 1.. De exploitant kan bij de regering een met redenen omkleed beroep instellen tegen een beslissing om het comfortniveau te weigeren of in te trekken, het comfortniveau te herzien of de gevraagde herziening van het comfortniveau te weigeren.

De exploitant kan samen met zijn beroep een verzoek om vrijstelling indienen. Hij kan ook aangeven dat hij door de in artikel 17 bedoelde kamer van beroep wenst te worden gehoord.

  • 2. Het beroep heeft geen schorsende werking, tenzij het betrekking heeft op een besluit tot intrekking of een besluit tot herziening van het comfortniveau op initiatief van de aangewezen ambtenaar. In dat geval wordt de beslissing opgeschort tot de Regering op het beroep heeft beslist.
  • 3. De Regering beslist op het beroep op basis van het advies van de in artikel 17 bedoelde beroepscommissie. De Regering kan op basis van dit advies een comfortniveau toekennen.
  • 4. De Regering bepaalt de beroepsprocedure.

Sectie 2. - Commissie van beroep

Art. 17, lid 1.. Er wordt een comité van beroep ingesteld om advies uit te brengen in het kader van de in artikel 16 bedoelde beroepsprocedures en in geval van een in artikel 11 bedoeld verzoek om vrijstelling.

De Regering bepaalt de samenstelling en de werkwijze van de in het eerste lid bedoelde commissie van beroep.

  • 2. De leden van het Comité hebben recht op een presentiegeld en een reiskostenvergoeding. De regering bepaalt de hoogte van het presentiegeld en de reiskostenvergoeding, alsmede de procedures voor de herziening van deze bedragen.
  • 3. De regering bepaalt de procedure voor het vragen van advies en de termijn waarbinnen de Commissie haar advies uitbrengt wanneer dit buiten een beroepsprocedure om wordt gevraagd.

HOOFDSTUK 6 - Audit, controle, toezicht en sancties

Sectie 1re. - Audit en controle

Art. 18, § 1.. De regering benoemt de ambtenaren die belast zijn met de uitvoering van de in artikel 6, lid 1, bedoelde controle...

Naast hun controletaken hebben de in lid 1 bedoelde ambtenaren de volgende taken. zijn er verantwoordelijk voor dat een geclassificeerde inrichting voldoet aan de criteria voor het classificeren van het comfortniveau dat krachtens dit besluit wordt toegekend.

  • 2. Bij de vervulling van hun taken dienen de in lid 1 bedoelde ambtenaren. controles uitvoeren op het terrein.

De ambtenaar stelt de exploitant vooraf in kennis van de datum van het inspectiebezoek.

  • 3. De Regering bepaalt de procedure voor de in artikel 6, eerste lid, bedoelde controle..en de procedure voor het controleren van de naleving van de indelingscriteria voor het comfortniveau.

Art. 19, § 1.. Bij de vervulling van hun taken dienen de in artikel 18, lid 1, bedoelde ambtenaren.kan :

1° de toegang tot elke plaats die aan hun controle is onderworpen, na voorafgaande waarschuwing van de exploitant en mits voorafgaande toelating van de exploitant ;

2° de toegang tot bewoonde lokalen mits voorafgaande schriftelijke toestemming van de bewoner, met inbegrip van toeristen die er verblijven;

3° waarnemingen doen door beelden te nemen.

De in 3° bedoelde beelden en waarnemingen worden uitgevoerd met de voorafgaande toestemming van de exploitant en, indien van toepassing, de bewoner in het geval van bewoonde ruimten.

De in artikel 18, § 1, bedoelde ambtenaren.Ze moeten de vertrouwelijkheid respecteren van alle informatie die ze tijdens de uitoefening van hun functie verkrijgen.

  • 2. Bij de uitoefening van hun functie doen de in artikel 18, § 1, bedoelde ambtenaren het volgende.Ze moeten zich legitimeren met een legitimatiekaart, waarvan de regering de inhoud en vorm bepaalt.

Sectie 2. - Toezicht

Art. 20, § 1.. Onverminderd de bevoegdheden van de federale en de lokale politie wijst de Regering de ambtenaren aan die belast zijn met het toezicht op de naleving van de artikelen 8, 9 en 14, 3° tot en met 5°, en met het onderzoek en de vaststelling, door middel van processen-verbaal, van inbreuken op die bepalingen.

  • 2. De in lid 1 bedoelde ambtenaren. kan :

1° waarschuwingen geven ;

2° een termijn vaststellen waarbinnen de exploitant aan de voorschriften moet voldoen;

3° rapporten opstellen.

De rapporten die zij opstellen zijn authentiek tot het tegendeel is bewezen, op voorwaarde dat een kopie ervan naar de operator en de regering wordt gestuurd binnen vijftien dagen na de vaststelling van de overtredingen.

De Regering kan algemene regels vaststellen met betrekking tot de vorm en de inhoud van de notulen.

De materiële bevindingen van de in lid 1 bedoelde ambtenaren. kunnen worden gebruikt door ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op en de handhaving van de naleving van andere wetgeving.

Art. 21 § 1.. De in artikel 20 bedoelde ambtenaren kunnen in de uitoefening van hun functie alle onderzoeken, controles en hoorzittingen verrichten, en met name :

1° elke persoon te ondervragen over elk feit waarvan de kennis nuttig is voor de uitoefening van zijn toezichts- en controletaken ;

2° hen, zonder zich te moeten verplaatsen, alle inlichtingen en documenten, met inbegrip van gegevensdragers met de gegevens die nodig zijn voor de uitoefening van hun taken, kunnen bezorgen die zij nuttig achten;

3° toegang tot elke ruimte onder hun controle, mits voorafgaande schriftelijke toestemming van de exploitant;

4° de toegang tot bewoonde lokalen mits voorafgaande schriftelijke toestemming van de bewoner, met inbegrip van toeristen die er verblijven;

5° waarnemingen doen door beelden te maken, ongeacht het medium.

Voor het maken, opnemen en gebruiken van beelden als bedoeld in 5° is de voorafgaande toestemming van de exploitant en, indien van toepassing, de bewoner in het geval van bewoonde ruimten vereist.

De in artikel 20 bedoelde ambtenaren nemen de vertrouwelijkheid in acht van alle informatie waarvan zij beroepshalve kennis nemen.

Indien de exploitant of overtreder zich actief of passief verzet tegen de inspectie uitgevoerd door de ambtenaren bedoeld in artikel 20, wordt een proces-verbaal opgesteld wegens belemmering van de inspectie.

  • 2. Bij de uitoefening van hun functie identificeren de in artikel 20 bedoelde ambtenaren zich door middel van een legitimatiekaart, waarvan de inhoud en de vorm door de regering worden vastgesteld.

Sectie 3. - Sancties

Art. 22, lid 1.. Een administratieve boete van tussen de €10 en €4.000 kan worden opgelegd aan :

1° de uitbater van een ingevolge deze ordonnantie geklasseerd logiesverstrekkend bedrijf die de verplichtingen, vermeld in de artikelen 14, 3° tot en met 5°, niet naleeft;

(2) elke exploitant die het toezicht als bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 6 belemmert;

(3) de exploitant van een krachtens deze verordening geclassificeerd logiesverstrekkend bedrijf die een logo met comfortniveau gebruikt dat niet overeenkomt met het toegekende comfortniveau ;

4° eenieder die een grafische voorstelling gebruikt die aanleiding kan geven tot verwarring met het comfortniveau-logo dat door de Regering krachtens deze ordonnantie is vastgesteld;

5° eenieder die zijn logiesverstrekkend bedrijf op zodanige wijze aanbiedt en er reclame voor maakt dat de indruk wordt gewekt dat zijn bedrijf is ingedeeld krachtens deze ordonnantie zonder in het bezit te zijn van een geldig indelingsbewijs als bedoeld in artikel 7, § 1..

  • 2. De bepalingen van het besluit van 9 juli 2015 tot vaststelling van de geharmoniseerde regels inzake administratieve geldboeten waarin de wetgeving betreffende de werkgelegenheid en de economie voorziet, zijn van toepassing op de administratieve geldboeten bepaald door lid 1...

HOOFDSTUK 7. - Overgangs- en slotbepalingen

Art. 23. De Regering bepaalt de overgangsmaatregelen met betrekking tot de inwerkingtreding van deze ordonnantie.

Art. 24. Deze ordonnantie treedt in werking op de door de Regering bepaalde datum.

Wij kondigen hierbij deze ordonnantie af en gelasten de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad.

Brussel, 6 maart 2019.

De minister-president van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Territoriale Ontwikkeling, Stedenbeleid, Monumenten en Landschappen, Studentenzaken, Toerisme, Openbaar Ambt, Wetenschappelijk Onderzoek en Volksgezondheid,

  1. VERVOORT

De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Financiën, Begroting, Externe Betrekkingen en Ontwikkelingssamenwerking,

  1. VANHENGEL

De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Tewerkstelling, Economie, Brandweer en Dringende Medische Hulp,

  1. GOSUIN

De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken,

  1. SMET

De minister van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Leefmilieu, Energie, Leefkwaliteit en Huisvesting,

  1. FREMAULT

_______

Opmerking

Documenten van het Parlement :

Gewone zitting 2017-2018

[[:link]]A-721/1 Ontwerpbeschikking.

Gewone zitting 2018-2019

[[:link]]A-721/2 Verslag.

Volledig verslag :

Debat en goedkeuring: vergadering van vrijdag 15 februari 2019.