pizza en pasta schotel
Nieuws

Mozzarella Power: wanneer de Italiaanse keuken slaagt in Brussel

 

Generaties volgen elkaar op, maar allemaal – zonder uitzondering – beheersen ze met brio het basis-Italiaans: ciao, grazie e che cazzo. En allemaal kunnen ze u moeiteloos hun top 3 van de beste cacio e pepe in de hoofdstad opsommen. De goede adressen worden doorgegeven, terwijl er haast elke week een nieuwe Italiaanse zaak de deuren opent in Brussel. Analyse door Grégory Sorgeloose, medezaakvoerder van het kantoor Sorgeloose & Trice, gespecialiseerd in de overdracht van Horecazaken.

Kroniek van een eeuwig succes?
Waarom blijft deze keuken verleiden, terwijl andere uit de mode raken? De Italiaanse keuken verveelt nooit, ook al zou haar brede repertoire op termijn kunnen uitputten – ondanks honderden soorten pasta en minstens het dubbele aan originele recepten.

Een vleugje geschiedenis

Met een sterke en historische Italiaanse aanwezigheid in Brussel, en ruimer nog in Wallonië sinds de naoorlogse periode toen velen in de mijnen gingen werken, vormt de Italiaanse gemeenschap nog steeds een van de grootste buitenlandse gemeenschappen in ons land, met zo’n 300.000 mensen – en dat zonder de Belgische nazaten van Italiaanse afkomst mee te tellen. De emotionele band met Italië werd na de Tweede Wereldoorlog bijzonder sterk in het zuiden van het land, en vond later ook zijn weg naar Brussel.

Italië, veilige haven voor de Brusselse Horeca

De Italiaanse keuken raakt een gevoelige snaar die weinig andere keukens weten te bespelen: troost. Ze stelt gerust en verbindt, altijd in een geest van convivialiteit, familie en gedeelde warmte. Het is een instinctieve, emotionele, collectieve keuken – nooit polariserend. Waar de Franse keuken soms te gecodificeerd lijkt, de Japanse te verheven of de Amerikaanse te vet, is de Italiaanse meteen begrijpelijk, zonder handleiding. Ze verkoopt vooral simpel geluk – en wat kan meer welkom zijn in tijden van algemene onrust?

Het Italiaanse lifestyle, de dolce vita en alle verbeelding die erbij hoort, brengen een aanstekelijke levensvreugde, kostbaar in onze streken die niet altijd gul zijn met licht. Het Italië van vandaag heeft zijn geruite tafelkleden en stroflessen wijn opgeborgen en omarmt een soort van “new accessible luxury”, terwijl anderen het omgekeerde doen en vervallen in karikaturale zwaarte. Waar Italië deze dubbele evenwichtsoefening met brio klaarspeelt, blijven andere keukens steken in oubollige clichés. La Stazione in Ukkel is hier een schoolvoorbeeld van, net als het recente Baci in Elsene. Twee heel verschillende codes, twee verfijnde decors – en eenzelfde, onbetwist succes.

Nog een troef van formaat: de Italiaanse keuken spreekt iedereen aan, op elk moment. De comfort food van donderdagavond met het gezin, het romantische date, de snelle lunch in het park, of de lasagne die de babysit opwarmt op zaterdagavond wanneer de kinderen tekeergaan. Het is bovendien een van de weinige keukens die moeiteloos kunnen opschalen naar een hogere categorie, en toch populair én kids-friendly blijven. De ultieme test? De keuze van uw kroost tussen een heerlijke spaghett’ al ragù of een nasi goreng – u raadt wie telkens de palm wint.

Lees ook > De Brusselse horeca opnieuw uitvinden: tussen durf, storytelling en veerkracht

Een recept dat kan gaan vervelen?

Manco per sogno! Bij elke nieuwe opening denkt men “weer eentje erbij”, maar leeg staan ze nooit. Bestaat er een risico op banalisering? Een gastronomie vastgeroest in haar archetypes? Het klopt dat het eeuwige trio burrata / pasta / tiramisù wat kan gaan vervelen, maar geef toe: een zachte tiramisù, met de lepel uit de vorm gehaald en gulzig in uw kom gelegd – wie kan dat weigeren? Net zo min als de pepermolen boven uw pasta of de extra verse parmezaan op uw agnolotti.

Sommige Italiaanse chefs hekelen trouwens deze groeiende karikatuur van hun keuken, hun cultuur en hun terroir. Ook Brussel ontsnapt niet aan deze trend: talloze zaken die willen doen alsof ze “coole Italianen” zijn door te kopiëren zonder te begrijpen. Door de ervaring te veel glad te strijken, worden sommige concepten in feite ketens zonder het te zeggen. Vraag een Italiaanse inwoner van Brussel welk restaurant hij u zou aanraden: het antwoord is unaniem – a casa!

Lees ook > 5 nieuwe terrassen om van de zomer te genieten – Federatie Horeca Brussel

Het vermogen om te muteren en toch herkenbaar te blijven

Hoeveel men haar ook kan verwijten, het blijft onmogelijk de Italiaanse keuken echt te bekritiseren (behalve dan voor wie nog altijd zwarte magie bedrijft door room toe te voegen aan trofie al pesto of – ultiem misdrijf – spekblokjes aan de carbonara). Vandaag spreekt men over “neo-Italiaans”, met voorbeelden als Racines, Ciccio, Primo of Certo, die bewijzen dat de Italiaanse keuken allesbehalve vastgeroest is. Ze kan generiek en minder authentiek zijn, maar ook inventief en verdomd sexy – terwijl ze gulzig en toegankelijk blijft. Ze is nooit polemisch, nooit segmente­rend, nooit polariserend. De zaken die slagen weten het: ze verkopen niet enkel eten, maar een emotie, een levenskunst.

Kortom, in 2025 blijft het openen van een Italiaans concept een van de weinige zekere succesformules – al is het niet altijd vanzelfsprekend. Want wie de codes verraadt, loopt het risico de toorn te wekken van een hechte Italiaanse gemeenschap die als één man opstaat om haar gastronomisch erfgoed te verdedigen. En voeg daarbij een meer prozaïsche reden – de comfortabele marges die deze keuken toelaat – en u begrijpt meteen waarom Italië nog mooie dagen voor zich heeft. In één woord: niets weerstaat Italië. Niet de foodies, niet de vegans, zelfs uw bankier niet. Zo is dat.