Het Brusselse clubleven ondergaat een diepe verandering. Tussen de vele crises die het hebben doen schudden en de politieke erkenning die eindelijk op gang komt, zoekt de sector – lang beschouwd als een marginale niche – naar een nieuw economisch model. Analyse met specialisten van de Brusselse nachtwereld.
Door Françoise Bouzin
Lange tijd werd de nacht genegeerd door stedelijke beleidsmakers: vaag, ongevoelig, gereduceerd tot overlast. Maar de laatste jaren is er een nieuwe visie: de nacht zien als volwaardig grondgebied. Structureren, beschermen, valoriseren. En hier speelt de Conseil Bruxellois de la Nuit, onder leiding van Alya Dirix, een centrale rol op regionaal niveau. Na overleg met publieke actoren, nachtexperts, buurtbewoners en professionals stelde hij een Regionaal Nachtlevenplan op, dat binnenkort gepresenteerd wordt aan de nieuwe regering.
Deze nieuwe dynamiek begon al in 2020 met de oprichting van de Brussels by Night Federation, onder voorzitterschap van Lorenzo Serra, icoon van de Brusselse nacht. “De COVID-crisis was een harde klap. Onze sector werd als niet-essentieel bestempeld, terwijl het gaat over sociale verbondenheid, levendige cultuur en zelfs mentale gezondheid. Het werd tijd om ons eigen lot in handen te nemen,” zegt hij. De vereniging verenigt clubs, nachtbars, rondreizende collectieven en eventorganisatoren rond één doel: erkenning, zichtbaarheid en vrijheid om te opereren.
Een belangrijke troef voor de stad
Deze verschuiving is niet alleen cultureel, maar ook economisch. Frederick Boutry (Visit.Brussels): “Het nachtleven is de vierde reden voor bezoeken aan Brussel. Het trekt een jong, divers en internationaal publiek. Het succes van Volume Pass en locaties als C12, Fuse, Mirano, Listen Festival, Horst, La Démence of XRDS versterkt de cultuurattractie van de stad.”
Een sector onder druk
Maar het is niet allemaal rozengeur en maneschijn. Inflatie, loonkosten, toenemende normen (vooral akoestisch) en administratieve druk verzwakken een al kwetsbare sector. Lorenzo Serra waarschuwt: “Winstratio’s verdwijnen en we zullen een sector kapotmaken die niet langer rendabel is.” Hij wijst ook op geluidsoverlast: “De discussie rond Fuse, met burenklachten, legt bloot het conflict tussen collectief en individueel belang. Moet een iconische locatie sluiten wegens één klacht?”
In Brussel wint het ‘agent of change’-principe terrein in het Parlement, mede door druk van nachtexperts. Deze juridische hefboom legt de verantwoordelijkheid bij nieuwkomers (bewoners, ontwikkelaars) in drukke zones om hun pand akoestisch aan te passen. Simpel gezegd: verplaatst iemand zich naast een club of concertzaal, dan is het aan diegene, niet de club, om geluidsisolatie te bekostigen. Dit beschermt historische cultuurplekken tegen vastgoeddruk, en voorkomt dat locaties bij de eerste klacht moeten sluiten.
Mirano en Spirito op de proef gesteld
Jérôme Blanchart (Art Blanc), eigenaar van Mirano en Spirito, illustreert de contradicties. “Mirano ontvangt tot 140.000 bezoekers per jaar, waarvan 35.000 toeristen. Dat is meer dan sommige musea. Het zijn plekken van grote toegevoegde waarde voor de stad.”
Bij Spirito kondigde hij in april de sluiting van de clubactiviteit aan, met heropening gepland op 30 april 2026. “Spirito bestaat sinds 16 jaar. We draaien tweeënhalve avond per week, met een team van 75 à 80 mensen. Maar nu zijn nieuwe investeringen nodig en is er geen juridisch kader voor renovatie. Milieu- en stedenbouwvergunningen zijn onduidelijk en onderhevig aan zware regelgeving. Investeren in een discotheek in Brussel is gewoon te riskant, zeker wat geluidsoverlast betreft. We hadden 15 jaar rust, toen kwam een nieuwe buur tijdens de lockdown, en nu zitten we opnieuw in procedure… De agent-of-change-wet zou ons moeten beschermen. Maar we blijven zeer kwetsbaar.”
Het economische model wankelt: jongeren hebben minder koopkracht, pre-consumeren thuis, minder bezoekers, uitgaven per avond tussen € 15 en € 20 per persoon. “In sommige landen zijn clubs zeven dagen op zeven open. Hier draaien we twee à drie avonden per week, bovenop stijgende loonkosten en levensduurt.
“Volgens recente cijfers van 1.200 aanwezigen, zijn er 300 rokers. We sluiten dus een deel klanten uit. Vrijheden verdwijnen zonder alternatieven.”
“Het streven naar een rookvrij Europa in 2040 is begrijpelijk, maar nu tabaksverbod afdwingen in bars en clubs is te vroeg – zeker omdat nachtlocaties gesloten zijn en geen kinderen binnenlaten. Waarom reguleren wat perfect werkt?” besluit Lorenzo Serra.
Brussel zonder langetermijnvisie?
Cédric d’Alcantara, CEO van Jeux d’Hiver, deelt dezelfde vaststelling: “Wij maken deel uit van een industrieel, sociaal en cultureel ecosysteem. Maar Brussel kampt met een nationaal gebrek aan liefde. De rand vermijdt de stad, Nederlandstalige bezoekers mijden haar en verkiezen Antwerpen. Er is geen overkoepelende regionale visie.”
Hij spreekt over een “verarming van de economische dynamiek”, wat zich vertaalt in een dalende koopkracht bij jongeren en studenten, en een verminderde aantrekkingskracht om uit te gaan. “Mensen blijven thuis of zitten op een terras. Het clubleven gaat al jaren structureel achteruit.”
Daarbovenop komen steeds strengere regels: geluidsnormen, biologische hinder, decibelmeters. En een aanhoudende stigmatisering. “Elke nieuwe norm drijft de prijs van een drankje op. En toch blijven we een gevarieerd aanbod bieden, met extra aandacht voor onthaal, beleving en menselijk contact.”
Hij pleit voor een terugkeer naar een ongedwongen en toegankelijke feestcultuur: “Feesten gaat over menselijke verbinding, over ontmoetingen en vitale connecties. Het hoeft niet noodzakelijk met alcohol gepaard te gaan. Bij ons is water gratis en bieden we mocktails aan. Het is tijd om het imago van feesten op te poetsen,” besluit hij.
Een levend immaterieel erfgoed
Maar de nacht verdedigt zich én innoveert. In 2023 erkende het Brussels Hoofdstedelijk Gewest clubbing als immaterieel erfgoed – wereldprimeur. Erkenning voor vakmanschap, geschiedenis en creatief netwerk. “Ik werk nu 20 jaar in het vak,” vertelt Lorenzo Serra, “van raves tot hiphopcollectieven op dak terrassen. Clubbing is niet enkel feesten. Het is een praktijk, een lokaal vakmanschap, een culturele expressie, een stukje identiteit.”
Evenementen krijgen nieuwe vormen: openairs, festivals, hybrid-formaten. Clubs combineren activiteiten, bars worden modulair. De uitdaging: overleven door agile, veerkrachtig en vrij te blijven. Na jaren van onderwaardering streven nachtexperts nu naar erkenning van de nacht als politieke en culturele hefboom. Niet alleen om te dansen, maar om te leven, denken en samenkomen.