De Brusselse aandachtspunten verschuiven voortdurend. De stad verandert niet met grote schokken, maar via golven, trillingen, wijken, zones en dankzij de lef van visionaire restaurateurs. Dat permanente, trage schudden zorgt vandaag voor een bijzonder boeiende realiteit: de Horeca-geografie tekent zich opnieuw uit en de zwaartepunten verplaatsen zich.
Analyse door Grégory Sorgeloose, medezaakvoerder van kantoor Sorgeloose & Trice, gespecialiseerd in de overname van Horeca-zaken.
De wijken in opmars: nieuwe energie, nieuwe codes
Sommige wijken stijgen snel, andere dommelen in, en hele zones – lang beschouwd als “niemandsland” – worden plots het speelterrein van een jonge, creatieve generatie waar ideeën uitgroeien tot vernieuwende projecten.
In de categorie rijzende sterren beweegt wijk Plasky zich rustig maar doelgericht omhoog. Geen grootse aankondigingen, wel een organische groei, gedragen door een dicht residentieel weefsel, heruitgevonden handelszaken en een aantrekkingskracht die klaar is om benut te worden. Perruche, recent overgenomen, werd Chez Tom, terwijl aan de overkant het onverwoestbare Max de handdoek in de ring gooide en werd overgenomen door een gerenommeerde ontwikkelaar met onmiskenbare ambities. Projectontwikkelaars tonen eindelijk interesse, aangetrokken door een zeldzame combinatie: nog betaalbare huren, een jonge bevolking en sterk narratief potentieel.
Voir cette publication sur Instagram
Een gelijkaardige beweging, maar dan nadrukkelijker, zien we op het Dumonplein in Stockel. Modern, vernieuwd en harmonieuzer dan ooit, beleeft het plein een tweede jeugd, waar het vroeger werd weggezet bij “reumatiek en dansnamiddagen”. Merken vestigen zich er voorzichtig maar met overtuiging, wetend dat een wijk met stevig koopkrachtig publiek altijd kwaliteitsconcepten aantrekt. Denk aan Journal, Cali, Rhubarb Café, en binnenkort ook de nieuwe generatie Shake Hands, momenteel nog in transitie.
Fernand Cocq: een schoolvoorbeeld
Fernand Cocq bewijst hoe de heraanleg van de openbare ruimte in dichtbevolkte wijken werkt als een golf van positieve energie. Het vernieuwde, autovrije plein bracht sterke identiteiten naar de buurt: Brasserie Boemvol, Booza, Panam, en ambitieuze heropstarten van Contrebande en Sucré Salé, nog in volle ontwikkeling. In enkele jaren tijd veranderde de wijk van schaal. Ze ademt ruimer, trekt een jonger, mobieler en experimenteler publiek aan dat zich weinig aantrekt van mobiliteitsdebatten. De Horeca volgde eenvoudigweg de maatschappelijke dynamiek.
Châtelain: van verzadiging naar wedergeboorte
De wijk Châtelain, ooit een echte place-to-eat, verloor geleidelijk haar aantrekkingskracht door zelfgenoegzaamheid en een te grote hang naar het verleden. Na jaren van stilstand en zware werken herleeft de wijk vandaag krachtig: Maison Poesy, Gratin, Must, Baci, Chez Jacky, Café Club – een opeenvolging van nieuwe zaken die elders al tot oververzadiging zou hebben geleid. Hier zorgt ze net voor een zeldzame energie, een echte renaissance.
Maar die heropleving heeft een prijs: de bereikbaarheid verbetert niet, en het historische, vaak oudere en kapitaalkrachtige publiek haakt af. Last-minute annuleringen zijn daar inmiddels vaste kost bij de leeftijdsgroep 40-70. Succes heeft de Châtelain van publiek én ritme doen veranderen.
Het locomotief-effect: Jette wordt wakker
Een totaal ander fenomeen zien we aan het Miroirplein in Jette. Nooit beschouwd als een Horeca-hotspot, maar de komst van één sterke, iconische zaak kan de hele dynamiek kantelen. Dat zal binnenkort duidelijk worden wanneer de nieuwe uitbater van de mythische Brasserie du Miroir zijn identiteit bekendmaakt. Tot nu toe was de Horeca er routinematig en weinig creatief – een vast verwijt aan het noorden van Brussel. Dat gaat veranderen. De randwijken hebben immers twee grote troeven: een hoge bevolkingsdichtheid en een snel demografisch vernieuwingsproces. Met de juiste speler kan de kwaliteitsstijging spectaculair zijn. Het Miroirplein staat nog maar aan het begin van zijn nieuwe verhaal.
De grootste doorbraak: de “niet-wijken”
De opvallendste evolutie van 2025 situeert zich echter in de zogenaamde “niet-wijken”. Verwaarloosde zones waar niemand in geloofde. Omdat de centrale huurprijzen onbetaalbaar werden, zochten jonge ondernemers daar hun toekomst. Met lef en creativiteit.
Het uiteinde van de Vlaamsesteenweg herleeft, stedelijke tussenruimtes komen tot leven, en de zone tussen Vismarkt, Sainctelette en het toekomstig Kanal-Pompidou-museum ontpopt zich tot één van de meest beloftevolle terreinen van de hoofdstad. Barge, pionier bij uitstek, bewees dat één visionaire zaak een hele perimeter kan hertekenen. Wanneer Kanal opent, volgt de definitieve doorbraak.
Wijken die stilstaan: comfort zonder verrassing
Tegenover al deze dynamiek blijven sommige wijken stabiel – geruststellend zelfs – maar zonder echte vernieuwing. Parvis de Saint-Gilles en Parvis Saint-Pierre zijn levendig maar zelden verrassend. Brugmannplein blijft de veilige enclave van expats en fiscale vluchtelingen: perfect, maar statisch. Flagey beschikt over enorm potentieel, maar kende recent weinig schokken, behalve de komst van Barracuda (Big Mamma). Sint-Bonifaas behoudt zijn charme, maar mist nieuwe verhalen, al kan Ratz daar misschien verandering in brengen.
Voir cette publication sur Instagram
Deze wijken verdwijnen niet, maar versnellen ook niet. En in een stad met hevige concurrentie kan stabiliteit snel aanvoelen als stilstand. Ze trekken aan, maar verrassen niet meer. Terwijl de Horeca net leeft van emotie, energie en het onverwachte.
De grote conclusie
2025 is glashelder: Brussel maakt een versnelde hertekening van zijn Horeca-dynamieken door. Openbare werken in dichte wijken veroorzaken bijna altijd onverwachte heroplevingen. Jongere generaties schrijven een nieuwe stadskaart, waarbij parkeerplaatsen onbelangrijk worden en beleving centraal staat. Niet-wijken worden de nieuwe Eldorado’s, terwijl gevestigde waarden bedaarden.
Eén rode draad blijft overal zichtbaar: krachtige concepten fungeren als stedelijke katalysatoren, die gedrag én straten hertekenen. Brussel was nooit zo vloeibaar, zo instabiel en zo levendig. Wijken rijzen op, zakken weg, herrijzen en herstarten opnieuw.
Eén zekerheid blijft: deze stad zal de ontwikkelaars die haar zwakste signalen durven lezen, altijd blijven verrassen. Wordt vervolgd…

