faillissement horeca
Nieuws

Faillissementen in de horeca: kans of gevaar?

 

De horecasector in Brussel bevindt zich in woelig vaarwater. De huidige economische conjunctuur, gecombineerd met een reeks welbekende factoren (inflatie, fiscaliteit, personeelstekort…), schetst een verontrustend beeld. De sector is bovendien ondervertegenwoordigd in het aantal ondernemingen (slechts 6% van het totaal aantal KMO’s in Brussel), terwijl hij goed is voor 17% van de faillissementen – dat is bijna drie keer zoveel als zijn reëel economisch gewicht. Een stand van zaken door Grégory Sorgeloose, medezaakvoerder van het kantoor Sorgeloose & Trice, gespecialiseerd in de overname van horecazaken.

S.O.S. – Faillissementen nemen toe

2025 lijkt die trend niet te keren. Integendeel, het faillisementspercentage – dat structureel hoger ligt dan het gemiddelde – zit in een neerwaartse spiraal. Het is een ware stoelendans van zaken die openen en sluiten in de hoofdstad, vaak met schrijnende menselijke drama’s achter de schermen. Maar een stoelendans betekent ook beweging…

Darwin aan tafel

De vergelijking mag verrassend lijken, maar ze is relevant: de theorie van natuurlijke selectie van de beroemde Engelse bioloog lijkt ook toepasbaar op de horecasector. Een korte opfrissing van je biologieles: de individuen (hier: horecazaken) met de best aangepaste eigenschappen aan hun omgeving (de markt) hebben meer kans om te overleven en zich voort te planten (lees: te groeien). Dus gewoon de trends volgen en de verwachtingen van de markt inlossen om te (over)leven? Wacht even… zo eenvoudig is het helaas niet.

Twee profielen lijken het vandaag beter te doen: de ‘veilige havens’, zaken die uitgegroeid zijn tot klassiekers die de tand des tijds weerstaan, en anderzijds de hypergestileerde concepten die perfect inspelen op de laatste trends. Maar achter de hippe façade van die laatste groep gaan vaak wankele structuren schuil: tijdelijke huurcontracten, risicovolle financieringen of zwakke businessmodellen. De doodsoorzaak? Trends zijn vluchtig, terwijl leningen en commerciële verplichtingen blijven nazinderen. De juiste mix van duurzaamheid, trendgevoeligheid en rendabiliteit blijft een complexe puzzel.

Lees ook > Waarom horeca­concepten opflakkeren en daarna… uitdoven?

Tussen schipbreuken en wedergeboortes

Of je nu een uitbater bent die op de rand van de afgrond balanceert – nog net niet erin –, met doorwaakte nachten en bloeddoorlopen ogen, of een jonge ondernemer die droomt van een ‘dream spot’ om een succesvolle keten op te starten à la Californisch model, je verhaal zal een ander zijn. De eerste voelt zich slachtoffer van een systeem dat hem tegenwerkt – en daar valt iets voor te zeggen. De tweede ziet vooral opportuniteiten: panden aan een aantrekkelijke prijs, klaar om ingevuld te worden.

Een munt heeft altijd twee kanten. En de horeca is, sinds mensenheugenis, een sector die draait op passie – wat vaak ook gepaard gaat met roekeloosheid. Sommigen hebben – bewust of onbewust – fouten gemaakt en betalen daar nu de prijs voor. Anderen grijpen hun kans, bouwen op het puin en maken van het ongeluk van de een het geluk van de ander.

Commercieel gezien mogen we stellen dat dit een noodzakelijk kwaad is. Net als in de evolutietheorie is dit een heilzaam mechanisme van vernieuwing: oude handelszaken worden gerecycleerd, overgedragen aan jonge ondernemers met beperkte middelen maar vaak briljante ideeën, de markt wordt gezuiverd, en investeerders vinden opnieuw kansen. De huidige crisis werkt dus als een katalysator voor transformatie. En ja, ze is tijdelijk – en markeert vooral een generatiewissel.

Een sector in stroomversnelling

De Brusselse horeca werd jarenlang gedomineerd door familiebedrijven en buurtzaken. Vandaag ondergaat die wereld een diepe metamorfose. Die oude structuren – hoe charmant ook – doorstaan de test van de tijd niet meer en maken plaats voor modernere formats. Maar je voelt het al komen: wat hip is, is snel passé. Waar horecaconcepten vroeger 7 tot 10 jaar meegingen – sommigen zelfs een leven lang – is hun levenscyclus vandaag vaak beperkt tot 3 à 5 jaar. De versnelling is ongezien: openingen en sluitingen volgen elkaar in sneltempo op.

Er gaat geen week voorbij zonder dat een nieuwe hotspot het daglicht ziet. Kijk je wat dieper, dan merk je dat die vaak wortel schieten op verrassende plaatsen: vergeten wijken, failliete panden of als opvolgers van vergane concepten.

Een blik op de toekomst

Brussel verandert. Net als haar inwoners, haar publieke ruimte en haar ambities. Deze verandering is het resultaat van een generatiewissel. Deze creatieve destructie heeft tijd nodig om haar werk te doen – om uit te monden in een horecalandschap dat misschien chaotisch lijkt, maar in feite gezonder en evenwichtiger is dan ooit. Wordt vervolgd…