barracuda brussel hotels en catering
Nieuws

Investeren in de horeca in Brussel: risicovol terrein of kans voor buitenlandse investeerders?

 

De vraag is eenvoudig: ondanks een wat sombere sfeer en een niet echt glamoureuze reputatie – hoezeer de lokale beleidsmakers dat ook willen ontkennen (vuil, drugs, geweld, torenhoge belastingen) – blijft Brussel buitenlandse Horeca-investeerders aantrekken? Het antwoord ligt, zoals zo vaak, ergens tussen “we gaan ervoor, ik ben fan” en “wat zouden we daar in hemelsnaam gaan doen?”. Analyse door Grégory Sorgeloose, medezaakvoerder van Sorgeloose & Trice, een kantoor gespecialiseerd in de overdracht van Horeca-zaken.

Brussel, hoofdstad van Europa én van het politieke stilstand. Brussel heeft altijd een dubbel imago gehad: het is tegelijk het zenuwcentrum van de Belgische en Europese macht, een succesvolle citytrip-bestemming, maar ook een mijnenveld waar het surrealisme tot diep in de administratie doordringt, waardoor de stad voor ontwikkelaars vaak onleesbaar wordt.

Brussel, hoofdstad van de kansen (voor wie durft)

Wie de cijfers nuchter bekijkt, ziet dat Brussel een middelgrote Horeca-markt blijft, met meer dan 7.000 actieve horecazaken (restaurants, cafés, hotels). De koopkracht is ongelijk verdeeld, dat klopt, maar met 1,2 miljoen inwoners, versterkt door 500.000 pendelaars per dag en bijna 9 miljoen overnachtingen in 2023, blijft de stad een terrein dat veel merken niet kunnen negeren. En sommige buitenlandse investeerders hebben dat goed begrepen, al is Brussel zelden de eerste buitenlandse markt die ze aanboren. Zo opende Big Mamma in 2024 het spectaculaire Barracuda. Hun formule – oversized pasta, opvallende decors en scherpe prijzen – viel in de smaak bij een jong, Brussels en expatpubliek. Toch deden ze er jaren over om hier voet aan wal te zetten, na eerst Londen, Madrid, Berlijn en Milaan te veroveren. Ook Copains Paris, de hippe Parijse bakkerij “healthy-cool & gluten free”, bereidt vier openingen in Brussel voor en rekent op de liefde die tijdens de coronaperiode ontstond tussen hun luxenicheproducten en het Brusselse publiek.

Ook de trendy hotels volgen: The Hoxton (Britse groep Ennismore) en The Standard (VS, opening in 2025 met het indrukwekkende rooftoprestaurant Lila29) zetten in op Brussel als opkomende cultuurhoofdstad, op het kruispunt van business en lifestyle. Ze trekken naar buurten waar de meeste Brusselaars zelden komen – voorlopig toch – maar hun aantrekkingskracht verandert snel de spelregels.

Kortom, Brussel behoudt die geur van onontdekt eldorado, zeker in vergelijking met het overvolle Parijs of het overgewaardeerde Amsterdam. In Vlaanderen wordt de hoofdstad dan weer gezien als een donkere, uitgestrekte stad met de nadelen van haar troeven: aantrekkelijk, sexy, maar moeilijk te temmen. De commerciële huurprijzen liggen 25 à 30% lager dan in de meeste Europese hoofdsteden, en Franse concepten voelen zich er vaak thuis: dezelfde taal, dezelfde eetcultuur, en een publiek dat graag 15 euro betaalt voor een luxesandwich – als het decor klopt.

Een microscopische, ondoorgrondelijke en… vuile markt

Maar er is ook een keerzijde. Brussel is een micromarkt, te klein en te complex tegelijk. Veel buitenlandse investeerders haken af door de talloze hindernissen, reëel of vermeend. De beperkte schaal – bovendien versnipperd over regio’s en uiteenlopende eetgewoonten – is de eerste rem. Parijs telt 11 miljoen inwoners, Londen 14 miljoen; Brussel slechts 1,2 miljoen, met grote verschillen tussen gemeenten. Te klein dus, zeker voor ketens die minstens 10 à 15 vestigingen nodig hebben om rendabel te zijn. Onhaalbaar in een stad van deze omvang, verdeeld over 19 gemeenten waar de lokale spelers de dienst uitmaken.

De fiscale en sociale lasten zijn, om het zacht uit te drukken, legendarisch – en veel minder verteerbaar dan onze pralines. De loonkost in België ligt 25 à 30% hoger dan in de buurlanden, wat financieel direct voelbaar is. Daarbovenop komen de Brusselse administratieve rompslomp, de talloze en uiteenlopende belastingen, een voortdurend stijgende onroerende voorheffing en het gevoel dat de hoofdstad investeerders eerder afschrikt dan aantrekt. Een perfecte mix voor de kater van de dag nadien.

horeca bruxelles investissements etrangers

Vergeten we ook het haast permanente Brussels bashing niet, dat het imago van de stad stevig aantast: drugs, stedelijk geweld, vuil, straffeloosheid en onveiligheid. De internationale pers helpt niet bepaald, zeker niet wanneer een investeerder moet kiezen tussen Brussel en Lissabon. Op papier is Brussel verleidelijk, in de praktijk vaak ondoorzichtig.

En toch…

Blijft Brussel verleiden? Ja, maar voorzichtig. De hoofdstad trekt nog steeds Franse concepten aan die op zoek zijn naar groeimogelijkheden, en enkele internationale groepen die hun Europese portefeuille willen diversifiëren. Maar de grote spelers verkiezen nog altijd Antwerpen, Amsterdam of zelfs Kopenhagen voor hun uitbreidingen. Brussel blijft eerder een testmarkt dan een expansiemarkt. Ze is “sexy” voor een flagship, een etalage, een blikvanger – maar zelden voor grootschalige uitrol.

Het buitenlandse beeld? Gemengd: aantrekkelijk door haar ligging en Europese status, maar afschrikkend door haar beperkte omvang, hoge kosten en imagoproblemen. Het positieve nieuws is dat dit veel ruimte laat voor de zogenaamde local heroes: kleine Belgische of Frans-Belgische ketens die de stedelijke gastronomie telkens opnieuw uitvinden. En dat is waarschijnlijk de echte kracht van Brussel: een te chaotische markt voor de reuzen, maar levendig genoeg voor de durvers. Wordt vervolgd…