Tips in de horeca: eindelijk inzicht in het huidige systeem en de hervorming die wordt besproken
Een fooi geven lijkt voor de klant een onschuldig gebaar, maar achter dat spontane en genereuze gebaar gaat voor de horecasector een echt kluwen schuil. Kunnen mannen dit doen? Onderwerpen aan de RSZ? Opnemen in de btw? En wat gebeurt er met contant geld in plaats van via kaart? Door de mix van fiscale, sociale en administratieve regels blijft de behandeling van fooien voor veel spelers in de sector bijzonder onduidelijk. Dit artikel geeft een diepgaande kijk op hoeveel er gedekt wordt, hoe de wet wordt toegepast en wat er gedaan kan worden aan de trend die nu gepland staat.
Door Nathalie Beernaert, advocaat bij het kantoor Cairn Legal
I. De huidige situatie: een versnipperd regime tussen fiscaliteit, sociale zekerheid en btw
1. Een eenvoudig principe in theorie
Een "fooi" (wettelijke term) is een belastbare vergoeding die geldt als loon en die voor de werknemer het resultaat vormt van arbeid geleverd in dienst van een werkgever, ongeacht de persoon die ze uitbetaalt, de aard van het voordeel of de manier waarop waarop het wordt bepaald of toegekend.
Het loon van werknemers kan volledig of gedeeltelijk, hoofdzakelijk of bijkomstig, uit "fooien" bestaan, met inbegrip van alle fooien die al dan niet worden berekend op basis van de omzet van de onderneming (het systeem van de "tronk").
2. Een uiteenlopende behandeling afhankelijk van de betalingswijze
Ongeacht de manier waarop ze worden gegeven (cash, via een betaalterminal of gecentraliseerd door de werkgever voor herverdeling), worden fooien beschouwd als beroepsinkomsten die fiscaal, sociaal en - in bepaalde specifieke situaties - voor de btw moeten worden verwerkt.
Deze twee regimes hebben hun eigen regels, maar er is ook een onderlinge afstemming, wat leidt tot een complex geheel dat moeilijk te interpreteren is.
3. Twee categorieën fooien
Vooraleer elk regime afzonderlijk te bekijken, moet onderscheid worden gemaakt tussen:
- De "vrijwillige fooi", spontaan gegeven door de klant, cash of elektronisch, ook wel de "tip" genoemd
- Het servicepercentage (of "tronk"), georganiseerd door de zaak, berekend op de rekening en herverdeeld volgens interne regels.
Deze twee categorieën volgen verschillende juridische mechanismen, wat de complexiteit alleen maar vergroot.
1) Personenbelasting
a) Algemeen principe
Fiscaal gezien vormt een fooi een beroepsinkomen en ze is belastbaar zodra ze wordt verkregen naar aanleiding van of in verband met arbeid. Of het nu gaat om cash fooien, elektronisch toegevoegde fooien of via een tronk verdeelde fooien: ze moeten worden opgenomen in het belastbaar inkomen van de werknemer.
b) De fooi loopt via de werkgever
Wanneer de fooi via de werkgever loopt (via de betaalterminal of wanneer ze in een georganiseerde tronk zit), wordt ze automatisch opgenomen op de fiscale fiche 281.10 van de werknemer en onderworpen aan bedrijfsvoorheffing en RSZ.
Het bedrag verschijnt vervolgens automatisch in de belastingaangifte van de werknemer, zonder dat die hiervoor iets moet ondernemen.
c) De fooi wordt contant aan de werknemer gegeven
Cash fooien die rechtstreeks aan de werknemer worden gegeven, blijven belastbaar maar verschijnen op geen enkele fiscale fiche.
De werknemer moet ze daarom zelf opnemen in zijn aangifte, onder vak IV - A - 1 b): "bezoldigingen die niet op een fiche 281.10 voorkomen".
Omdat deze verplichting weinig bekend is, worden dergelijke fooien vaak vergeten.
2) Bedrijfsvoorheffing: een bijzonder berekeningsmechanisme
a) Het principe
Elke werkgever die loon betaalt, inclusief fooien, moet bedrijfsvoorheffing inhouden. Die wordt berekend volgens barema's die door de Koning worden vastgesteld.
b) Twee berekeningsmethoden
De berekening van de bedrijfsvoorheffing hangt af van de manier waarop de fooien worden bepaald.
1. Fooien gekoppeld aan de omzet van de onderneming
Wanneer fooien worden berekend op basis van de omzet, omvat de berekeningsbasis van de voorheffing:
- het eventuele vaste loon, verhoogd met het aandeel van de werknemer in de fooien, met een minimum dat wordt bepaald door het percentage toegepast op de omzet;
- dit geheel wordt verminderd met de sociale bijdragen die de werknemer moet betalen.
Dit systeem zorgt ervoor dat de kosten niet in de factuur worden opgenomen.
2. Fooien niet gekoppeld aan de omzet
Dit betreft:
- Fooien volledig naar goeddunken van de klant;
- werknemers dieooien innen voor rekening van de zaak (bv. toiletpersoneel, vestiairemedewerkers, bagagedragers, ouvreuses...).
De basis voor de bedrijfsvoorheffing is dan de forfaitaire bezoldiging die wordt gebruikt voor de berekening van de sociale bijdragen.
3) Sociale zekerheid
De sociale zekerheid hanteert een eigen logica.
In de horeca worden een aantal traditionele functies op vrijwillige basis uitgevoerd met de hulp van personeel (obers, chefs de rang, barmannen, bagageafhandelaars, parkeerwachters, enz.
Voor deze werknemers worden de sociale bijdragen berekend op een forfaitaire dagbasis, ongeacht het werkelijk ontvangen fooi-bedrag. Dit voorkomt dat bijdragen variëren afhankelijk van fooien, die per definitie onregelmatig en moeilijk controleerbaar zijn.
Als een bedrijf een "tronk" organiseert, moet dit op een eerlijke en transparante manier gebeuren. De naam en het groenreglement moeten worden opgenomen in het arbeidsreglement. Een nauwgezette opvolging is essentieel, onder via een register met de geïnde en verdeelde bedragen, de verdeelsleutels en de gegevens. Deze traceerbaarheid kan worden bewaakt en gecontroleerd.
4) Btw
De btw maakt een onderscheid tussen twee situaties.
a) Service inbegrepen op de rekening
Wanneer de rekening "service inbegrepen" vermeldt of een verplicht servicepercentage oplegt, maakt het fooibedrag deel uit van de prijs van de prestatie. Het wordt dan aan hetzelfde btw-tarief onderworpen als de rest van de dienst.
b) Vrijwillige fooien
"Vrijwillige fooien", die de klant vrij bovenop de factuur geeft, zijn niet onderworpen aan de btw. Ze vallen volledig buiten het toepassingsgebied van de btw.
Maar laat op: dit kan wijzigen.
Zaak Indisch:
- deze bedragen centraliseert,
- ze systematisch in de boekhouding opneemt,
- ze automatisch via de betaalterminal int,
- ze verdeelt volgens vaste regels,
- of ze in de kassa-opvolging verwerkt als een normale component van de omzet,
dan kunnen deze fooien worden beschouwd als een regulier onderdeel van de prijs. Ze zijn ook erg praktisch.
Bovendien nemen banken en betaaloperatoren deze bedragen mee in hun commissies.
II. Waarom blijft de onzekerheid bestaan?
Het juridische kader is in principe redelijk duidelijk, maar de toepassing botst al snel op de realiteit van het terrein.
De eerste bron van onzekerheid komt voort uit de veelheid aan situaties. Een cash fooi rechtstreeks aan de ober wordt anders behandeld dan een automatisch toegevoegd servicepercentage, of een elektronische fooi die via de werkgever wordt doorgestort. Elke betalingswijze leidt tot een apart fiscaal, sociaal en soms btw-regime.
Dit is de enige manier om een specifiek type informatie op te nemen in de belastingaangifte. Cash fooien moeten worden aangegeven in een weinig zichtbare en weinig intuïtieve rubriek, wat tot veel vergetelheden en fouten leidt.
Digitalisering, die een veel grotere impact heeft, maakt het probleem er niet eenvoudiger op. Elektronische fooien zijn vlot traceerbaar en correct belast, terwijl cash fooien grotendeels onzichtbaar blijven. Het Geregistreerd Kassa Systeem dekt slechts een deel van de sector en biedt geen volledige oplossing.
Een bijkomende bron van verwarring komt uit het buitenland: Frankrijk heeft recent een gedeeltelijke vrijstelling ingevoerd, wat tot onterechte vergelijkingen leidt met België, waar geen gelijkaardige maatregel bestaat.
III. Het wetsvoorstel: naar een vrijstelling van fooien?
Een wetsvoorstel ingediend op 26 februari 2025 voorziet in een grondige hervorming: de vrijstelling van fooien (tips) zowel in de personenbelasting als in de sociale zekerheid.
Het uiteindelijke idee is dat er niet meer nodig is dan een "loon", omdat de juiste criteria moeten worden toegepast. Ze moeten ook vrijwillig zijn.
De vooropgestelde doelstellingen:
- Het nettoloon verhoogt van werknemers die in contact staan met klanten,
- De administratieve lasten voor werkgevers verlichten,
- Het verschil tussen contant geld en elektronische fooien wegwerken.
De trend heeft veel voordelen, maar er is een dubbele definitie van wat een "gelijkekanseninkomen" is. Ook moet er een sluitende coördinatie komen tussen fiscaliteit, sociale zekerheid en btw. Technische adviezen benadrukken de nood aan een nauwkeurig en coherent juridisch kader.
De maatregel heeft uiteraard een budgettaire impact (verlies aan personenbelasting en, indien een sociale vrijstelling wordt toegepast, aan RSZ-bijdragen).
Het wetsvoorstel is tot op vandaag niet aangenomen, wegens onvoldoende onderscheid tussen tronk en tip, die beiden onder dezelfde noemer "fooi" vallen.
De inwerkingtreding zou pas plaatsvinden op 1 januari volgend op de publicatie in het Belgisch Staatsblad.
Conclusie
Het huidige systeem steunt op één eenvoudig principe: een fooi is een belastbaar inkomen.
In de praktijk maakt de combinatie van drie verschillende regimes (fiscaal, sociaal en btw), de vele verschillende soorten bedrijven en de verregaande digitalisering dit tot een zeer complexe aangelegenheid.
De hervorming die op tafel ligt, wil fooien (tips) vrijstellen en hun sociale behandeling neutraliseren, met als doel het nettoloon van werknemers te verhogen en een gelijk speelveld te creëren tussen cash en elektronische fooien.
Daarvoor is wel een strikt wettelijk kader nodig en een volledige afstemming tussen alle betrokken rechtsdomeinen.
In de huidige economische context, die wordt gekenmerkt door gerichte en pragmatische maatregelen, mogen we hopen dat deze hervorming vooruitgang boekt en werkelijkheid wordt.

