Vrijdag 1 juli ondertekenden de vzw Belgische Brouwers, Febed, Horeca Vlaanderen, Fédératon HoReCa Wallonie en Fédération Horeca Bruxelles formeel het "COVID"-addendum bij de Gedragscode voor goede relaties tussen brouwers, drankenhandelaars en horecasector.
Dit addendum moet de regeling van de gevolgen van de COVID-19-crisis op het niet behalen van afnamequota en de gevolgen voor de lopende commerciële overeenkomsten verwezenlijken. Dit was immers een probleem tijdens de "COVID-periode", aangezien de horeca uitbaters door de volledige of gedeeltelijke sluiting van de horeca moeilijk tot onmogelijk hun contractueel overeengekomen drankafnamequotum behalen.
De aanvulling werd getekend in het Brouwershuis, in aanwezigheid van Vice-Eerste Minister en Minister van Economie en Werk, Pierre-Yves Dermagne en Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, David Clarinval, en zal op 1 september in werking treden.
Geen boetes
Horeca Vlaanderen, Fédératon HoReCa Wallonie, Fédération Horeca Bruxelles, Febed en Belgische Brouwers die op 21 december 2015 de Gedragscode voor goede relaties tussen brouwers, drankenhandelaars en horecasector hebben ondertekend, bereikten in overleg met de bevoegde ministers Clarinval en Dermagne dit akkoord. De ondertekenaars van deze bijlage hebben aldus gestreefd naar een win-winsituatie teneinde de evenwichten tussen de partijen te bewaren en op die manier juridische geschillen te kunnen vermijden.
Er worden 2 situaties onderscheiden, drankafnameovereenkomsten los van elke huurrelatie en drankafnameovereenkomsten verbonden aan een huurcontract. Het basisprincipe van dit addendum is dat het niet behalen van de drankafnamequota tijdens de in het document vastgelegde COVID- periode nooit aanleiding zal geven tot financiële boetes (schadebedingen, andere sancties,...) door de brouwers/drankenhandelaars op voorwaarde dat de horeca-uitbater de exclusiviteit(en) van de drankafnameovereenkomst steeds heeft nageleefd. Het niet-afgeschreven deel van de prestaties blijft echter steeds verschuldigd door de horeca-uitbater.
Indien de partijen geen aanvraag willen indienen via de bepalingen van het COVID-addendum, kan de commissie worden ingesteld. De werkzaamheden van deze commissie worden eveneens verricht op basis van deze COVID-wetgeving. De procedure kan worden opgestart mits een basiskost voor de eisende partij en er wordt tevens een nieuwe voorzitter aangeduid.
Enthousiaste ministers
Op vraag van de Minister van Economie en Werk en de Minister van Zelfstandigen en KMO's ondersteunt de FOD Economie de werking van de Verzoeningscommissie in het kader van haar taak om de goede werking van de markt tussen alle partijen te verzekeren. Zo zal het secretariaat en het beheer van de website van de Verzoeningscommissie verzorgd worden door de FOD Economie.
In dezelfde constructieve sfeer evalueren alle betrokkenen momenteel ook de Gedragscode met het oog op de actualisering teneinde het partnerschap nog meer te bevestigen en het evenwicht in de relaties tussen alle partijen nog verder te versterken.
"Het is duidelijk dat de crisis de horeca heeft bemoeilijkt. Ze moeten ook rekening houden met het feit dat het minimumloon is overschreden. Wij maken er een win-winsituatie van. Kortom, bemiddeling in plaats van conflict"aldus de minister van Werk en Economie, Pierre-Yves Dermagne.
David ClarinvalMinister van Zelfstandigen en KMO's: "Met deze overeenkomst is een nog complexere relatie ontstaan tussen de leasemaatschappijen en de horeca. De economische activiteiten van deze bedrijven vielen al onder de COVID-19 crisis. De naam van hun activiteiten is hen niet bekend omdat ze niet onder de wet vallen. Ik wil dit als uitgangspunt nemen om ervoor te zorgen dat u door deze regelgeving wordt beschermd en dat u deze administratief kunt gebruiken voor uw werk. van de verzoeningscommissie."