-> Vanaf februari 2021 wordt een nieuw accumulatiesysteem ingevoerd.
-> Zelfstandigen die gedwongen zijn te stoppen met werken en in aanmerking komen voor het dubbele overbruggingsrecht zullen dit kunnen combineren met een vervangingsinkomen.
-> Deze accumulatie is begrensd tot de bedragen voorzien voor het dubbele poortrecht. Als het bedrag van hun vervangingsinkomen lager is dan dat van het dubbele overbruggingsrecht, zal dit laatste worden gebruikt om het verschil aan te vullen.
Dit nieuwe cumulatiemechanisme is ingevoerd voor zelfstandigen die in aanmerking komen voor de dubbele uitkering in het kader van de tijdelijke crisismaatregel voor overbruggingsrechten. Een zelfstandige die actief is of een door de raadgevend arts toegelaten activiteit uitoefent in een sector die moet sluiten en die bijgevolg in aanmerking komt voor het overbruggingsrecht (artikel 4 quater, §1 of §2 van de wet van 23 maart 2020), kan deze financiële uitkering cumuleren met een vervangingsinkomen.
Het gecombineerde bedrag van de overbruggingsuitkering en het vervangingsinkomen, zoals een werkloosheidsuitkering of een arbeidsongeschiktheidsuitkering voor een activiteit toegestaan door de raadgevend arts, is echter beperkt tot het bedrag van de overbruggingsuitkering waarop de zelfstandige recht heeft.
In deze situatie ontvangt de zelfstandige in feite het bedrag van het overbruggingsrecht waarop hij recht heeft, verminderd met het bedrag van het vervangingsinkomen dat hij ontvangt.
Wat betekent het in de praktijk? Wat zijn de bedragen?
Zelfstandigen die in aanmerking komen voor volledige financiële uitkeringen (zelfstandigen in hoofd- of aanvullende dienst of actieve gepensioneerden van wie de wettelijk verschuldigde voorlopige premies ten minste gelijk zijn aan de minimumbijdragen voor zelfstandigen in hoofdberoep) hebben recht op :
- 3.228,2 euro met personen ten laste
- 2.583,38 euro zonder personen ten laste
Zelfstandigen die in aanmerking komen voor de halve financiële uitkering (zelfstandigen met een aanvullende uitkering of actieve gepensioneerden van wie de wettelijk verschuldigde voorlopige premies worden berekend op een referentie-inkomen in N-3 tussen 7.021,29 euro en 14.042,57 euro) kunnen een aanvraag indienen:
- 1614,10 euro met personen ten laste
- 1291,69 euro zonder personen ten laste